Waarom bewegen?
Interventie
Om te oriënteren hoe goed er wordt bewogen in de school is er een onderzoek gedaan via de gezonde school ‘bewegen en sport’ checklist. Daaruit bleek dat de school op het schoolplein goede beweging heeft en goed bewegingsonderwijs. De enige plek waar vrij weinig wordt bewogen is in de klas. Om te zien hoe de leerkrachten en leerlingen denken over het aantal beweging in school is er een behoefte onderzoek gedaan. Alle leerkrachten van groep 5 en 6 (10 klassen) vonden dat er te weinig bewogen werd in de klas. De meeste leerkrachten waren er toe bereid om twee keer 5 minuten extra te tijd te besteden aan beweging. 10 minuten op een dag extra beweging is niet veel maar kan al erg helpen. Uit het behoefte onderzoek van de leerlingen bleek dat er maar 1 á 2 keer per week bewogen wordt in de klas. Van de leerlingen wilde 96% extra beweging in de klas.
Omdat de leerkrachten wel extra willen bewegen maar er niet te veel tijd aan kwijt willen raken, is bewegingstussendoortjes een goede oplossing. Ik heb deze site gemaakt om korte bewegingsactiviteiten tussen de lessen door te stimuleren. Het is gemakkelijk voor leerkrachten en een leuke activiteit voor de leerlingen.
Theorie bewegingstussendoortjes
Uit onderzoeken blijkt dat kinderen en jongeren van 6 tot 20 jaar minimaal een uur aan matige beweging per dag nodig hebben en twee keer per week intensief moeten bewegen. Ook verliezen kinderen na 20 minuten werken en stil zitten de concentratie. Om aan het minimum aantal beweging te komen en om de concentratie te verhogen kunnen bewegingstussendoortjes hieraan tegemoet komen (van Lanker, 2008).
Bewegingstussendoortjes zijn korte, leuke en eenvoudige oefeningen die bestaan uit gevarieerde fysieke en motorische prikkels. De tussendoortjes zijn oefeningen die je in het dagelijkse schoolleven kan gebruiken als korte pauze. De bedoeling is dat de leerlingen erna weer fris en fruitig verder kunnen gaan met de volgende les. Hieronder de voordelen van het gebruiken van bewegingstussendoortjes (de Martelaer & Bertels, 2009):
• tegemoetkoming voor het aantal beweging dat nodig is op een dag;
• betere concentratie;
• het tegengaan van rugklachten en het zorgen voor een beter houding;
• het integreren van beweging in de klas
• meer plezier in de lessen;
• de negatieve stress vermindert;
• het groepsgevoel verbeteren;
• het zorgt ook voor een actief imago voor de school.
Voor het maken van bewegingstussendoortjes zijn er een paar eisen waar ze aan moeten voldoen. Dit is zodat het ook echt effectief is en niet alleen maar tijd inneemt. De eisen voor een goed bewegingstussendoortje zijn:
• de activiteit is kort;
• het is plezierig en speels;
• niet te moeilijke en makkelijk uit te leggen;
• niet competitief;
• niet gevaarlijk (veilige oefeningen waar geen blessures ontstaan);
• er is weinig plek en materiaal nodig;
• uitvoerbaar voor iedereen.
Voor het maken van deze website is er bij elk bewegingstussendoortje nagegaan of deze doen aan de bovenstaande eisen. Als de activiteit één van de punten mist wordt het gelijk lastiger om uit te voeren of is het niet plezierig voor zowel de leerlingen als de leerkracht.
Er zijn drie verschillende soorten bewegingstussendoortjes. Ontspanning is om de leerlingen rustig te krijgen, hierbij kan je denken aan meditatie of een oefening waarbij de spanning van de leerlingen minder wordt. Bij een creatief bewegingstussendoortje zijn de leerlingen aan het na denken over iets wat zij bijvoorbeeld kunnen maken. Inspanning is een manier waarbij de leerlingen echt actief bezig zijn. Zij stoppen hun energie in het beweegmoment (Visser, 2017). (Bij elk bewegingstussendoortje is beschreven wat voor soort bewegingstussendoortje het is.)

De bedoeling van deze website is dat de kinderen zelf aan kunnen geven wanneer zij een bewegingstussendoortje nodig hebben. Bij ‘Hoe werkt het?’ kan je lezen hoe je deze website het beste kan toepassen in jouw klas. Leerlingen kunnen vaak al erg goed kiezen wat het beste voor hen is. Zelfsturing is een vaardigheid die nodig is om mee te kunnen gaan in deze samenleving. Het is dan ook erg belangrijk dat je dit stimuleert bij de kinderen. Leerlingen die zichzelf goed kunnen aansturen komen tot hogere leerprestaties (op den Velde, 2016). Bij deze site bepalen de leerlingen zelf wanneer zij een bewegingstussendoortje nodig hebben en dus niet meer genoeg concentratie hebben om door te gaan. Ze hebben twee kansen op een dag dus ze moeten goed hun tijd indelen.
Bronnen
Van Lanker, L. (2008). Bewegingstussendoortjes. School+visie, nr1. 5. Geraadpleegd op 18 juni 2018, van: https://pincette.vsko.be/Website_buitenhuis/DPB/DPB_Gent/VICOG/website/DPB/BaO/Leergebieden/Bewegingsopvoeding/Schooljaar%202014-2015/D%20Documentatie/School%20en%20visie/bewegingstussendoortjes.pdf
De Martelaer, K. & Bertels, J. (2009). Beweging en voeding. Geraadpleegd op 18 juni 2018.
Van den Velde, M. (17 juni, 2016). 'Leren op maar ontstaat vanzelf al leerlingen zelf mogen kiezen'. geraadpleegd op 19 juni 2018, van: https://www.kennisnet.nl/artikel/leren-op-maat-ontstaat-vanzelf-als-leerlingen-zelf-mogen-kiezen/